Ola!
Bredero zei al dat het kon verkeren. En ook nu moeten we hem weer gelijk
geven. Onze plannen om rond deze tijd in Ecuador te zijn zitten in de onderste
lade van de diepvrieskast. We hangen nog altijd in Lima. De reden? Een
express-zending, met ons nieuw geweer na het kapotte fototoestel op Machu Picchu,
raakt maar niet thuis besteld. De schuld? De douane of DHL, ik moet het al niet
meer weten. Al een kleine week lopen we hier achter de feiten aan, van het
kastje naar de muur, van Pontius naar Pilatus. Paraplu´s worden opengetrokken
zodra ze ons gezicht en de papieren zien. Als donderwolken pendelden we vrijdag
vruchteloos tussen beide kantoren. Dan maar plan B; via via hebben we enkele
Peruanen ingeschakeld die persoonlijke contacten hebben met douaniers en
DHL-werknemers wat zou moeten resulteren in een bestelling deze avond. Wait and
see. Allemaal zo geen drama's natuurlijk, al is Lima niet de aangenaamste plek
op deze wereld om even te relaxen. En nog maar eens een bewijs hoe moeilijk het
hier moet zijn om in deze oeverloze bureaucratie deftig zaken te doen in de
bedrijfswereld. Maar zo heb ik nog even de tijd om een berichtje op de wijde
wereld los te laten, een uurtje te gaan lopen met de Saucony's van Jean Paul, of
om het fabuleuze lot van Amelie Poulain te bewonderen in de cinema van Lima.(keigoeie
film trouwens, maar bij jullie al van het scherm zeker?) Gisteren, een zonnige
zondagmiddag, begaven we ons tussen de elite van Lima op een dressuurwedstrijd.
Geheel toevallig. Het plebs werd simpel de toegang ontzegd d.m.v. 10 soles
toegangsgeld. Op de hippodroom zagen we zowaar le beau monde in cowboy-outfit.
Tussen de paarden hing er een echt m'as-tu vu-sfeertje, ten top gedreven met een
ordinair straatgevecht tussen twee omhooggevallen ego's met hangbuik en gsm over
de riem. De cowboyhoeden werden als papieren zakken verfrommeld, imago's
vernederd. Wat een contrast met het Peru dat we al meer dan een maand te zien
kregen. Nu we hier toch vastzitten dachten we even uit te zien voor een jobke.
Nee, niet in Jobat of vacature, het werk moet je hier immers op straat zoeken.
Enkele mogelijkheden: taxichauffeur. In Lima zijn er ongeveer 15000
geregistreerde taxi's en nog eens 4 maal zoveel piraten. Als je hier je hand
opsteekt in de straat stopt er, gegarandeerd, binnen de minuut een taxi voor je.
Moordende concurrentie, onoverzienlijke verkeerschaos. Bushulpje kan ook. In een
met haken en ogen aan elkaar verroeste Dodge mag je dan de ganse dag met je
hoofd uit het venster hangen en de voorbijgangers onverstaanbaar je
busbestemming toeschreeuwen. En afrekenen hoort er ook bij. Al heb je hier een
kennersoog voor nodig want het vals geld circuleert gretig. Om de paar dagen
weigeren ze ons muntstukken aan te nemen: vals geld al zien wij geen verschil en
komt het soms rechtstreeks van de bank. Bij een volgende onoplettende geldwissel
raken we die muntstukken wel weer kwijt. Peru leeft nu eenmaal tussen leugen en
waarheid. Reizigerslokker zouden we ook nog kunnen uitoefenen. Simpel, je gaat
op een druk kruispunt staan en roept de reisbestemmingen van passerende combi's
(dit zijn oude, Amerikaanse Chevrolets die als gezamenlijke taxi fungeren en
tussen 2 plaatsen aan en af rijden) Voor elke reiziger die je in de combi lokt,
krijg je dan 20 centavos (1 sol = 14 BEF) commissie van de chauffeur. Voor
cijferaars is busarrangeur dan beter geschikt. Je stelt je op aan de
belangrijkste hoek van een wijk. Daar noteer je heel secuur hoeveel en wanneer
de plaatselijke bussen voorbijrijden. Volgen die elkaar te snel op, dan hou je
ze even tegen. Zo regel je een permanente en vloeiende busdienst in de wijk. Je
wordt door elke bus om de x toertjes een commissietje betaald. Inge zou
misschien nog straat-kokkin kunnen worden. Kleine hapjes worden klaargemaakt en
verkocht vanachter een geïmproviseerd kraam-keukentje op het trottoir. Choclos
con queso (gekookte maïskolf met kaas), empanada's en saltena's ( opgevulde
gefrituurde bladerdeegflappen), popcorn, sandwiches, gelatine-toetjes, gebakken
bananenschilfers, gezoute of gezoete nootjes,...Ik zou dan rondtoeterend met een
bakfiets vol ijsjes kunnen rondrijden. Al biedt de variante op de
huis-aan-huis-verkoop ook wel mogelijkheden: de man-tot-man-verkoop in de
straat. Onvoorstelbaar waarmee je hier kan rondleuren: zonnebrillen, papaplu's,
schoenzolen, miniatuur bokshandschoenen om bv. in de auto te hangen,
auto-antennes, gewone snoepjes, vliegenmeppers, batterijen, loterijbiljetten,
haarkammen, schroevendraaiers en tangen, Bosch-boormachines, postkaartjes, apart
verpakte rozen, ringen en halskettinkjes,...Kortom alles wat draagbaar is raak
je hier vroeg of laat op straat kwijt. Een van de betere jobs zou bewaker zijn.
Een kaki of marine-uniform met combats, een glimmende pistool rond de gordel en
een kogelvrij(?) vest zal je wel krijgen. Enkel die snor nog laten groeien. Werk
te vinden aan de ingang van iedere bank, verzekeringsmaatschappij, supermarkt
die naam waardig, museum of archeologische site, goktent, groot kantoorgebouw,
poepchique hotel,...Let wel, al deze jobaanbiedingen zijn 7 dagen op 7, zonder
sociale zekerheid, zonder enige vorm van arbeidsbescherming of -verzekering.
Anderzijds belastingvrij want nergens ben je geregistreerd. Geen werk, geen
centen. Ik omschrijf het misschien ludiek, voor miljoenen Limanes is het echter
dagdagelijkse keiharde realiteit. Iedere dag overleven ze hier naar de volgende
dag in deze veel te grote, veel te drukke, te vervuilde metropool. Wij kunnen
hopelijk morgen de bus nemen, weg van deze struggle for life. Het leven van een
rond zich heen kijkende toerist kan tegelijkertijd lastig en simpel zijn.
Hasta mas noticias!
Inge y Bart