Start
Chili1
Chili2
Chili3
Argentinie
Patagonie
Bolivia1
Bolivia2
Bolivia3
Peru1
Peru2
Peru3
Ecuador1
Ecuador2
Ecuador3
Galapagos

                            

 Zuid - Amerika      El diario de Bolivia 2    (15/03/02)

 ola,

La Paz, de officieuze hoofdstad van Bolivia, is uit zijn voegen aan hetKathedraal in La Paz barsten. De canyon waarin de stad is ontstaan verstikt in zijn eigenuitlaatgassen, huizen en mensen. Men bouwt nu verder boven op de rand, elalto, meer dan vierduizend meter hoog. De meer dan 1 miljoen inwoners van deze mensenkuil worden nu al opgewarmd voor de presidentsverkiezingen van 30juli. De kranten bevatten speciale politieke edities, de verfkwast schildert kwistig politieke slogans op muren en huizen. 22 partijen zullen deelnemen,politieke herverkaveling is een modewoord die nog niet tot hier is doorgedrongen. Hoe dan ook de nieuwe regeringscoalitie zal het niet gemakkelijk hebben. Zonet is een 5-weken durende staking van cocaboeren geëindigd in Sorato. Enkele toeristen haalden blijkbaar de internationale pers in die lange blokkades. Wij merkten er niets van.Vlaanderen mag dan de streek van de kleine familiezaken zijn, de kmo's. Bolivië moet het land van de 1-persoonsvennootschappen zijn. Overal staan kraampjes in de straten, de meest onmogelijke dingen wil men je aansmeren.Iedereen probeert een cent los te peuteren van de dagelijkse stoet mensen die hier in de straten passeert. Aan de bank, op de hoek, staat langs beide kanten van de straat een rij wachtende mensen van zeker 50 meter. In de Sagarna, het toeristische centrum, hangen bordjes " because of touristcrisis : -50% -40% -30%". Westerlingen worden gestrikt met Westerse marketingtruukjes. (terloops: er zijn inderdaad heel weinig toeristen op dit moment). De mercado de los brujos is het sinistere, obscure kantje van de stad. Hier voorspellen waarzegsters de toekomst aan opgetutte dames door cocabladeren op te gooien; het hoeft niet altijd koffiedik kijken zijn. Zalfjes,poedertjes, levenselexiren en de Boliviaanse viagravariante naast lugubere lamafoetussen zijn hier te koop. Die laatste dienen ingemetseld te worden in nieuwe huizen ter bescherming van onheil. Dan maar liever de mei op de schoorsteen en 2 bakken bier voor de metsters. (en cola voor Kurt en Hein). De mercado lanzo is heel druk. Een overdekt labyrint van kleine steegjes,een Zuid-Amerikaanse soek, zeg maar. Een "carrefour" van 150 zelfstandige verkoopsters, elk in hun 4 m2 verkoopsruimte. Dezelfde producten samengebracht in dezelfde afdeling. De concurrentie loert niet om de hoek,ze zit je bijna op de schoot. Een vette kluif voor verkopers en marketeers om je hier van je collega's te onderscheiden en de klant binnen te halen.Maar niets daarvan: iedereen lijkt hier wel een deeltje van de koek te krijgen. Hier is geen plaats voor cookiemonsters. Globalisatie is een trage chronische ziekte voor kleine kmo's, ze zou echter acuut dodelijk zijn voorde kleine 1-persoonsvennootschappen hier. We bezoeken het cocamuseum. Nog zo'n hekel punt hier. De VS wil de teelt van de cocabladeren verbieden zonder echter een alternatief te bieden voor de duizenden cocaboeren in de Yungasstreek. Bolivia is samen met Peru het enige land waar de consumptie van de coca is toegestaan omwille van Indiaanse tradities. 92% van de mannen en 89% van de vrouwen kauwt cocabladeren. Het heeft hen meer energie en doet hen harder werken. Op de zondagsmarkt in Tarrabuco worden de bladeren verkocht, handgeschept uit plastiekzakken van 2m3. De markt heeft de reputatie toeristisch te zijn : we waren echter 1 van de weinige gringokoppels. Bovendien ; dacht je dat we zonverschoten onderbroekjes zouden kopen? Of zelfgedraaide sigaretten als toeters zo groot, of kleurpigment van insecten om lamawol te kleuren, of een soort taart van confetti, suikergoed en stof om te offeren aan Pachamama? Op het binnenpleintje vind je de openluchtresto's vol pruttelende, goedruikende kookpotten met soepen van pasta, kippebillen en varkenspootjes. De kokkinnen nodigen ons uit maar een anderhalf uur durende busrit met feltoegeknepen billen hebben we er niet voor over. Granaatappels, vijgen, cactusvruchten en andere zoete lekkernijen proberen we wel. Maar vooral de Tarabuco's komen zo uit de grote encyclopedie der wereldvolkeren gewandeld. Ze dragen prachtige regenboogkleurige poncho's met daaronder lichtbeige kuitbroeken en sandalen. En vooral hun hoofddeksel is opvallend en heel grappig: de montera. Het lijkt op een Spaanse conquistadorhelm. Koeienleder met vooraan en achteraan felgekleurde floshkes. En wat meer is, hun kleren zijn vuil,die hoeden blinken van de vette vingers : dit is geen toeristischapenkostuumpje. Ze dragen het elke dag. Na het openingsweekend in België jeukten ook onze benen: de fiets op dus. Onze epo, glenbuterol en morfine gaven we aan de vele straathonden hier, niet nodig wegens voortdurend bergafwaarts. Samen met een Fin (Kiirsipuu?) en Alberto, onze gids, reden we van El Cumbre (4750m) naar Coroico (1450 m)over 63 km. De weg heeft de kwalijke reputatie de gevaarlijkste van Bolivia te zijn. La ruta de la muerte eist ieder zijn doden, voornamelijk oververmoeide vrachtwagenchauffeurs die na 20 u onafgebroken rijden inslaap vallen en de 1000 m ( en dat is echt geen meter overdreven) diepe loodrechte afgronden indenderen, gevolgd door enkele locals, die meereden tussen het vrachtgoed. De eerste 23 km gaan over asfalt maar dan volgt het echte werk. Offroad, slalommend tussen de omhoogpuffende Volvo's, stort mijn moatje zich als een kamikaze naar beneden. Kiirsipuu en ik moeten ons reppen om mee te zijn, dit kan je bezwaarlijk een toeristisch uitstapje noemen. We vlammen watervallen onderdoor, dokkerend over stenen en plassen. De perfecte deal : ik kan al mijn duivels ontbinden in het slijk, Inge heeft na 2.5 maand reizen haar eerste moddermasker en peeling. Met verzuurde voorarmen en frisse benen bereiken we Coroico, 2 tot 3 uur eerder dan de anderen. We zijn klaar voor de klassiekers!Zonde van het mooie landschap waarvoor we geen oog hadden, denk je dan. Niet erg, 's anderdaags vertrokken we met de rugzak voor een 3-daagse trekking over hetzelfde traject. Evenwel een andere vallei en weg: we volgen het oude Incapad El Choro. De duiven worden gelost op El Cumbre. Jorge is onze gids, Max drager zonder rugzak. Hij sleurt 3 dagen een blauwe nylonzak op zijn rugvast gesnoerd met touwen, die in zijn tengere schouders snijden. Een saaie Duitse vergezelt ons. We klimmen tot 4955m in de mist. Van dan aftransformeert het desolate rotsige landschap over 3 dagen in weelderig weldadig groen. De eerste avond bereiken we net op tijd Challapampa vooraleer de hemel zijn sluizen opentrekt. Het is het dorpje van Pablo en Roberto, 2 goedlachse broertjes van 8 en 11 jaar. Samen met 2 andere families bevolken ze deze prachtige vallei. Het kleinste kereltje, blootvoets in gescheurd T-shirt en driekwartbroek, loopt voortdurend een ijzeren ring achterna die hij handig navigeert met een stokje. Dat soort speelgoed waar mijn pa waarschijnlijk ook mee ravotte. Ze lopen school in Choro, op 2 u wandelen hiervandaan, 4 dagen per week, als 't regent in een plastiek zeil gewikkeld. Electriciteit is er niet, water scheppen ze uit debergrivier. Het sneeuwt hier 4 maanden per jaar. Om 18u is het zo donker als de nacht. Een klein kerosinelampje bezorgt hen gegarandeerd bonkende hoofdpijn na een uurtje in de veel te kleine huisjes. Lange, donkere avonden dus waarin boer Bavo de katjes in het donker knijpt. Het beeld van de babyboom generatie geldt hier nog altijd: moeder met een kind op de rug,eentje aan de hand en eentje in de buik. De rest zorgt wel voor elkaar. (off the record : in het boek van Liesbeth Walckiers las ik dat dokters hier proberen een prikpil voor te schrijven - anticonceptie op zich is al een hekel punt - die in Europa verboden is omdat ze kankerverwekkend is). Geen probleem hier, zeggen de dokters, tegen de tijd dat moeders hier kanker zouden krijgen zijn ze al gestorven in een kraambed of aan de slecht verzorgde gevolgen ervan. Kanker is een welvaartsziekte) Na het avondmaal geven we de restjes aan de kinderen die als een roedel wolven om ons heen dralen en er gretig van doorgaan met het aangereikte overschot.Hetzelfde scenario 's morgens wanneer Jorge hen een restje kerosine nalaat. De families leven van de forellen in de rivier die ze proberen te verkopen in La Paz, een dagwandeling hier vandaan. Verder verbouwen ze maïs en aardappelen. Pablo en Roberto zullen de rechten van het kind wel een beetje anders aanvoelen dan mijn neefjes... De volgende dag giet het urenlang oude wijven. Die verdomde noodzakelijke kap op ons hoofd werkt als een paardenbril. We zien enkel onze voeten die niet mogen uitschuiven op de glibberige uitgesleten stenen van het 1000-jaar oude Incapad. Na bijna 9u stappen voelt het zoals die 2 gekken die hun hoofd tegen de muur bonken. Naar het waarom hiervan antwoorden we ook omdat het zo lekker voelt als je er mee ophoudt. Het blijft gieten, onze tentjes kunnen dit nooit verwerken en Jorge zoekt een logeerkamertje in Sadillani. De beschrijving van die stal zal ik jullie besparen, we hadden een dak boven ons hoofd en probeerden niette denken aan al dat venijn dat hier zo graag hun staart in ons doorweekte velletje wilde duwen. Terug in Coroico genoten we van ons subliem hotelletje met zwembad.

Daarna volgde een totaal ander Bolivia, eentje die niet gekend is in de reisfoldertjes. Een jeep bracht ons na een zware dagreis tot in Rurrenabaque, de toegangspoort tot de jungle. El Oriente, het bijna ontoegankelijke regenwoud van Bolivia, neemt 67% van de landoppervlakte in.We deden een 3-daagse excursie in de pampa's, de moerasgebieden rondom de Yucumarivier. Met nog 2 Britse koppels ondergaan we een eerste kennismaking met de Selva (= jungle) in een 10-meter lange prauw met pruttelende 2-taktmotor. René zal ons gidsen. Hij heeft een prachtige typische karakterkop vaneen amazone-indiaan. Grote ogen, een dikke platte neus met grote gaten,dikke lippen en brede jukbeenderen. Hij mist een flinke tand. Een veel te klein rood baseballpetje en een T-shirt "Building better solutions ine-government with Compaq" verraden dat de wereld een dorp is geworden. Nog even en we mailen met onze notebook per satelliet vanop een prauw in het regenwoud met de groeten van Rene. De eerste rondvaart is veelbelovend.Onmiddellijk zwemmen roze rivierdolfijnen rond de kano. Verder veel vogels :reigers, ooievaars, arenden, kingfisher, verschillende soorten aalscholvers maar vooral diverse bontgekleurde vogeltjes-zonder-naam. Rene met alligator En zoals het past bij een 3-daagse is er natuurlijke een nachtspel. Een bende opgewonden scouties wordt te water gelaten. De bedoeling van het spelletje is contact te zoeken met de boze wereld van de nacht. De lichtbundels van de zaklampen glijden door het struikgewas langs de oever op zoek naar rode, reflecterende punten. Eenmaal contact, wordt de 2-takt afgezet, geluiden van de nacht weergalmen, de prauw glijdt geruisloos naar de waterkant. Rene balanceert blootvoets op de rand van de boot tot aan de top en neemt een stok met touw.Voorzichtig gaat een lus rond de 2 rode bolletjes. Tsjak, de lus spant zich rond een zich uit alle macht verwerende alligator krokodil. De eerste maal liep het goed fout. Rene zwenkte van stuurboord naar bakboord, heen en weer,en liet tenslotte los. Muy grande mi amigo! Het was een exemplaar van om en bij de 3 meter. De volgende poging was succesvoller; een wijfje van een kleine meter werd vakkundig vastgehouden en een educatief halfuurtje volgde. Ecotoerisme is een hol woord in Bolivia... 's Anderendaags wandelen we als schaapjes op het droge achter de herder die, tot zijn middel in het water,met een stok achter anacondaslangen aangaat. Zonder succes echter. Duidelijk niet het goede seizoen, er is veel te veel water in de moerassen. Maar de gele eekhoornaapjes maken onze dag nog goed. Schattige beestjes van een 20-tal cm die de bananen gulzig uit onze handen komen eten met grote jommekesbeten. Er volgden nog ettelijke parkieten, ook papegaaien en we schieten zelfs de hoofdvogel met een schitterende toekan. Het blijft dus welde moeite ook al kunnen we niet ontkennen dat de vele regen van de laatste dagen ons parten speelt. Zo kunnen we geen Piranha's vangen, zien we geen schildpadden en heel weinig Kapibara's. Een beestje trekt echter voortdurend onze aandacht. De mug is ronduit het gevaarlijkste dier die we ontmoeten.Alle andere beesten gaan lopen; de mug wringt zich door het kleinste gaatje om dat gringo bloed ( o zo zoet) te slurpen. En die muggenspray werkt als honing op een beer. Op mijn rug zijn wel 200 beten te tellen. Vooraleer je het goed en wel beseft eten die krengen je levend op. Inge kreeg een soortallergische reactie op die beten waardoor ze bijna opkrulde van de jeuk.De jeep die ons terug moet oppikken na 3 dagen daagt niet op. Na een volle middag wachten, beslissen we om in het donker anderhalf uur door het slijk te stappen naar het dichtsbijzijnde dorp. In Santa Rosa proberen we een voorhistorisch radiocontact te krijgen met ons agentschap. Nu pas wordt de draagwijdte van het regenseizoen duidelijk. De regen spoelde de 83 km lange weg om tot een grote modderpoel. Bussen en trucks reden zich vast. De volgende morgen springen we op een bus die normaal in 20u zijn bestemmingmoest bereiken, hij was al 4 dagen onderweg... De Boliviano's, ze blijven vriendelijk, ze blijven lachen. Om het kwartier worden alle mannen uit de bus geroepen, waar de paardenkracht ophoudt, begint de mankracht. Het slijkspat tot achter onze oren maar we kunnen weer een eindje verder glijden.Kort na de middag is de toestand echter hopeloos. Enkele camions hebben zich zo diep in die kleimodder geboord ( bandensporen tot anderhalve meter diep)dat ze er nog onmogelijk uit te wrikken zijn. Eentje staat hier al 15 dagen.Chauffeurshulpjes vermomd in slijkduivels, proberen met schop en houweel de modderbrij weg te scheppen tussen de wielassen. Dit kan dagen duren. Moeders beginnen hun baby'tjes te wassen in de waterpoelen langs de weg, kleren worden gewassen en gedroogd op de prikkeldraad. Enkele mannen halen hun visdraad en haak uit en proberen vis te vangen. Een commercieel brein meteen bestelwagen vol bananen en sinaasappels reed tot aan de andere kant van de wegversperring. 1 bol (=7 bef) voor 3 stuks, ze gaan als zoete broodjes over de laadbak. Ondertussen wacht iedereen - 4 volle bussen - gelaten af,we babbelen over Boliviaanse koetjes en kalfjes met de sympathieke medereizigers. Tot plots als een deus ex machina, in de verte de jeep van Martin opduikt. De jeep van het agentschap pikt ons op. Met beschaamde kaken rijden de 6 luxepieten weg terwijl hier 10-tallen moeders met kleine kinderen een volgende nacht in die smerige bus moeten doorbrengen. We zijn ondertussen 2 dagen verder, we wachten op het vliegtuigje die ons deze middag terug naar La Paz moet brengen. Die bussen zijn hier nog altijd niet aangekomen...Junglebelevenissen genoeg, wij verkiezen opnieuw hogere sferen op te zoeken.

groetjes

Bart en Inge

 

  meisjes in Samara Pampa

 

squirel monkey's

 Bovenkant pagina