migos
! Que tal ?Het buitenlands nieuwsbulletin van deze week bevat enkel
hoogtepunten. Het eerste hoogtepunt heeft gewoon te maken met de
kalender. Pasen is vandaag voor veel westerlingen een aardig meegenomen
verlengd weekend, hier is het nog altijd het religieuze hoogtepunt van
het jaar voor de katholieke Peruanen. Zoals meegegeven in onze laatste
mail waren we in Cuzco tijdens de Goede Week. De stad is het knooppunt
van 3 culturen en tijdslijnen. De hoofdstad van de Inca´s werd verwoest
door de Spanjaarden die op de resten van de ruines nieuwe, koloniale
gebouwen optrokken. In de moderne tijd weet diezelfde stad nu handig in
te spelen op deze archeologische schatten. Een betere plaats en moment
voor een kerkbezoekje konden we dus niet wensen. De conquistadores
wilden niet onderdoen voor de zonnetempels van de Inca´s en bouwden dus
met die afgebroken bouwstenen een decadent mooie kathedraal (meer dan
400 schilderijen alleen al) en een Jezuïetenkerk op de Plaza. En in een
straal van enkele wandelminuten staan er nog tientallen kerken te
wedijveren om het mooiste interieur. In Las Blas bv. zagen we een
buitengewoon staaltje van ambachtelijke kunst in een exuberante barokke,
houten preekstoel waar de sculpteur 25 jaar van zijn leven heeft aan
gewerkt. Engelengeduld ? Op Witte Donderdag toonden alle kerken de
monstrans in een decor van witte zijde en honderden Arendskelken. De
gelovigen stonden ingetogen aan te schuiven in rijen van twee die soms
100 m lang reikten. Ze gingen van kerk tot kerk als een avondvullende
activiteit. Op Goede Vrijdag liepen de kinderen dan weer met een
afgesneden cactus aan een touwtje. Een gebruik waarmee ze het lijden van
Christus symboliseerden, zo vertelden ze ons. 's Avonds was er terug een
rondje processie, de pompiers met hun engelbewaarder voorop. Evenwel
geen hysterie zoals de maandag-processie al ontstond er toch deining in
het publiek toen een transparante kist met de gestorven Messias, omgeven
door tientallen MP`s met bajonet, passeerde. Paaszondag was rustig en op
maandag ging iedereen terug gewoon werken.
Als ketterse heidenen
dweepten wij ondertussen met de zonneaanbidding van de Inca´s. Een
16-beurtenkaart bracht ons naar 16 verschillende historische sites en
musea in de Heilige vallei rond Cuzco. Met collectivo`s,
toyota-camionettes waarin ze hier gemakkelijk 20 mensen duwen,
verplaatsten we ons in tijd en ruimte. Dit deeltje van Peru toont de
landschappen waarvoor het land bekend is. Vruchtbare, overvloedig groene
bergflanken in terrasvorm waarop boerenfamilies papa´s, quinoa,
quiwicha en andere maissoorten telen. In volledige harmonie met de
natuur liggen op de meest ontoegankelijke plateaus sublieme staaltjes
van Inca-architectuur. (Kurt en Hein, dit moet je zien!). We kochten het
boek van Garcilaso de la Vega, zoon van een Inca-prinses en een Spaanse
kapitein, en waanden ons in het 16de eeuwse Inca-Peru. Klaar dus voor
een volgend hoogtepunt, een spiritueel cultuur-historisch : Machu Picchu.
We vertrokken op de 4-daagse inca-trail met z´n negenen. Even
voorstellen: Henny, een ranger uit Yosemite NP (Californie) met
Z-Afrikaanse en Nederlandse roots. Clair, een goedlachse Engelse die 2
maanden meewerkte aan een project met plattelandsvrouwen in Peru. Chris
en John, 2 Engelse vrienden met verfijnde humor. Lucio, een jonge
Peruaan al anderhalf jaar op rondreis en Anne et Christophe, een koppel
Bretoenen die even overvlogen voor een Frans-Peruaans huwelijksfeest en
vlug de Machu Picchu meepikten. Daartussen wij, flexibele Vlamingen, als
ankerpunt voor de groep omdat we ons, als enigen, uit de slag weten te
trekken in het Engels, Frans en Spaans. Arme chauvinisten... Wilfredo,
de Wilfried dus, was onze gids. Verder nog 5 dragers die tenten,
kookgerief en voedsel meezeulden. Die goeie ouwe tijd moeten velen onder
jullie nu wel denken. Jullie, die Machu Picchu bezochten voor 2001,
konden dat nog vrij en vrank. Vandaag is er een permit nodig, enkel te
verkrijgen door gelicensieerde agentschappen die de toeristen bijgevolg
gijzelen in groepen van max. 16 personen op de trail. In hoogseizoen
ligt de limiet op 500 bezoekers per dag! De toegangsgelden voor de trail
zijn verdriedubbeld t.o.v. vorig jaar. Daarmee zouden de dragers ook in
een tent slapen, niet meer dan 25 kg mogen dragen en ook genoeg eten
krijgen. Het lijkt me allemaal dode letter. Ook nu zien we tieners met
35 kg (waaronder een toilet ?!?) op hun rug de pas overstrompelen,
zonder deftige rugzak op sandalen. Het geld verdwijnt in andere zakken
(vandaag in de krant: 'Fujimori (vorige president) lavo dinero in Banco
Continental'). De agentschappen betalen de armtierige dragers amper en
rekenen op een dikke fooi van de gulle toeristen. Het blijft een wrange,
scheefgetrokken situatie en ik blijf het moeilijk hebben met die
kereltjes die zich uit de naad lopen voor me, dat hoeft niet. Laten we
ons troosten met de magere gedachte dat we toch enkele mensen aan een
inkomen hielpen voor enkele dagen. Bovendien is het nu laagseizoen ,
weinig toeristen op het Inca-pad en dus een sereen sfeertje. Zoals de
morgen van de tweede en zwaarste dag. We vertrokken heel vroeg in het
breekbare ochtendlicht, enkele vogeltjes zongen zachtjes om ons niet te
bruskeren en slechts een wolkje dreef als een veertje in de immense kom
van de vallei. Sublieme sacrale stilte. Het pad, zo´n 700 jaar oud in
perfect passende keien, slingert zich 1200 hoogtemeters omhoog tot op de
dead woman´s pas, waaraan een prachtige legende en dito vergezicht
hangt.Iedere dag ontdekken we een Inca-ruine op de meest onmogelijke
plaatsen met de meest onmogelijke verklaringen. De Inca´s hadden geen
schrift, bijgevolg is er veel informatie verloren gegaan in de tijd. Er
doen dus heel wat hypotheses, halve waarheden en hele leugens de ronde
over hun gebruiken en kennis. En dat vinden we juist zo boeiend. Geen
boekhoudkundige precisie tot op de euro-komma nauwkeurig maar juist veel
ruimte voor interpretaties, eigen inbreng en fantasie. Het is een beetje
zoals met de gedichten van Claus. Eens gepubliceerd heeft de meester
zelf ook geen uitleg over zijn werk. Iedereen haalt eruit wat er voor
hem inzit. Deze 4-daagse tocht is dus meer dan natuurbeleving. Het is
een filosofie-oefening. De inca-trail doorheen de buik van de Andes is
een pelgrimstocht vol spiritualiteit. Op de derde dag bivakkeren we in
Winay Wayna, het is quechua voor ¨forever young¨. Aan de vooravond van
Inges verjaardag kan het tellen als symboliek. Op D-day worden we heel
vroeg gewekt. De regen valt met bakken uit de hemel. Mijn hoofdlamp is
een flauw afkooksel van de halogeen die ze eens was. In het stikdonker
vervolgen we onze weg over halsbrekend gladde trappen op en neer tot aan
een bouwwerkje. Het zicht is nihil, zoiets wat je in november geregeld
ziet op de E17 ter hoogte van Kruishoutem: een grijswitte muur. Onze
gids vertelt even later, nogal cynisch, dat dit de zonnepoort is en voor
ons ligt Machu Picchu. Bah, wat een tegenvaller (En gisteren liet ons
fototoestel het plots afweten. Toch een beetje het geweer van de soldaat
op zo'n reis) .Wat de kers op Inges verjaardagstaart moet worden smaakt
zuur, heel zuur. Het was perfect georchestreerd maar de berggeesten
hebben duidelijk nog een eitje met ons te pellen. Het is wachten op een
opklaring om een glimp op te vangen van de verloren stad, de laatste
stad van de Inca´s. Even later volgt de opklaring en zien we de ruines
tussen nevelslierten alsof de mystiek van deze plaats nog eens moet
geaccentueerd worden. In de gietende regen gidst Wilfredo ons door Machu
Picchu (= oude stad). Daarna schuilen we onder een schelter en
filosoferen we met ons groepje over wat Machu Picchu nu juist was.
Wanneer de eerste bussen dagjestoeristen toekomen begint het weer te
keren. De eerste zonnestralen tussen de wolken warmen ons gemoed op. Een
beter proefondervindelijk begrip voor de aanbidding van de zon konden de
Inca´s ons vandaag niet geven. In een mum van tijd worden de wolken
verjaagd en heerst de zon over de machtige vallei waarin de verborgen
stad schittert al een parel in een oesterschelp. Vol enthousiasme
vertrekt ons groepje, zonder de vermoeide Fransen, voor een klim naar de
top van de Huayna Picchu (= jonge berg). Boven hebben we een immens
zicht op de ruines voor ons, in de vorm van een condor. De stad werd
door de Spanjaarden nooit gevonden, de Amerikaan Bingham ontdekte hem
bij toeval in 1911. Daardoor is alles zo goed bewaard gebleven. Stof
genoeg om over na te denken in de afdaling naar Aquas Calientes. Is
Machu Picchu nu het laatste bolwerk van de Inca's, een slotklooster voor
de maagden van de zon, een economische en theocratische hoofdstad of een
spiritueel centrum met magnetische kracht ? Het is uiteindelijk een
taart met veel slagroom geworden voor Inge.
Een van onze leidraden
doorheen het leven is 'mens sana in corpore sano'. Dus moesten we,
tussen al het denkwerk, ook eens de beentjes stimuleren. Doorheen de
Cuzco vallei loopt de Urubamba rivier. Een wildwaterbeek die goed is
voor 4 dagen rafting, evenwel nu niet wegens regenseizoen, dus teveel
water. Ggrrr. Na wat zoeken en vooral aandringen vonden we toch een
buitensportagentschapje bereid om een tochtje te ondernemen op de
Chuquicahuana voor 1 dag. Voor de kajakvrienden: klasse V, stukken V+
met uitlopers in IV en III. Mannekes, wat een adrenaline-kick. Meteen
het sportieve hoogtepunt. Samen met Yves, een Kempenaar, was ik
frontman. Inge zat veilig te glunderen naast de stuurman-gids. De nodige
gezonde agressie was nodig om de gigantische golven te bedwingen. Onze
raft zwalpte bijwijlen als een stuurloze fles tussen de keerwaters. Bij
bepaalde passages was de spanning te snijden, een extra raft met
roeispanen en een safetykajakker zorgden echter voor de nodige
veiligheid. Eenmaal flipte de volledige raft, als jonge katjes vlogen we
in het rond en spartelden ons naar een rustige 'eddie'. 5 uur beuken en
paddelen op de korte en strikte commando's van de stuurman waren meer
dan genoeg om alle sappen in ons lijf te voelen stromen. Waauw, dat deed
deugd zeg.
Na 2 weken Cuzco werd het tijd om door te reizen naar
Arequipa. De op een na grootste stad van Peru wordt de witte stad
genoemd omwille van de vele gebouwen opgetrokken in witte vulkanische
tufa steen, maar ook omdat hier vele blanke Spanjaarden bleven hangen
omwille van het Spaans aanvoelende klimaat. Zalig weertje en vulkanische
stenen, dus vulkanen in de beurt! En die winnende combinatie zorgde voor
ons letterlijke hoogtepunt. Chachani, op enkele uurtjes buiten de stad,
is 6075 m hoog en kan zonder technische moeilijkheden beklommen worden.
De muur van 6000 moest dus sneuvelen. De klim is een 2-daagse met een
basiskamp op 5200 m. De eerste dag, met volledige kampeer- en
klimuitrusting op de rug, is gemakkelijk en ideaal om te acclimatiseren.
Evenwel niet voor mij. Soroche en een tegenstrubbelende maag bezorgden
me een slapeloze nacht. (dan mag je al meer dan een maand op 4000 m
hoogte leven ?!?) Rond 2 uur 's nachts vertrokken we voor de topklim.
Inge is opvallend fris, ik loop erachter als een zwalpende zombie.
Verstand op nul en blik op oneindig, ja, die top lijkt nog oneindig ver.
Het sobere avondmaal van gisteren moet ik al vlug toevertrouwen aan de
maagdelijk witte sneeuw. We traverseren El Angel en dan gaat het steil
omhoog. We zakken tot over onze knieën in de verse sneeuw, handen en
voeten ondertussen gevoelloos door de bijtende koude van de nacht. Tegen
zessen bezorgt de zon ons een beetje warmte en nieuwe energie en doet de
sneeuw glinsteren. Prachtig maar we zijn aan het afzien. Bij de beesten
af. Het weer is echter goed dus zal niets ons van die top houden. Na een
laatste zware klim via La Fatima (ca. 5900 m) met heel diepe
sneeuwsporen staan we, na 7 uur klimmen, samen op de top van Chachani.
Yes !! Maar laten we onthouden dat het vooral achteraf leuk vertellen is
deze 6000-der bedwongen te hebben. Het staat goed op je sportief cv zou
Filip me influisteren.
Tijdens de klim leerden we Richard kennen,
Ricardo voor de Peruanen. Een Amerikaan van 53 met een gezicht gelooid
door de buitenlucht en een pezig, gespierd lijf, gevormd door een leven
lang training. Hij woont aan de Grand Canyon; zijn achtertuintje om te
klimmen, mountainbiken en lopen. Samen met zijn broer David, 60 al maar
vlijmscherp, nodigen ze ons uit om de Cotahuasi canyon te ontdekken. De
canyon zou de diepste ter wereld zijn. Het gebied , op 400 km van
Arequipa, is moeilijk te bereiken en daardoor veel minder toeristisch
dan de Colca canyon, de toeristische trekpleister van Arequipa. We
charteren een 4x4 met chauffeur en leren in 5 dagen een ander Peru
kennen. Off the beaten tracks is Peru troosteloos arm. Boerendorpjes
zonder toekomst waar het niet gaat om leven maar overleven in een
onvoorstelbaar sarcastisch mooie natuur. Cotahuasi is romantisch om te
bereizen -immense watervallen van 150 m, condors zwevend op de thermiek
en beelden zo geknipt uit het gezin van Paemel- hier geboren zijn lijkt
me echter niet zo romantisch. Dit reisje vormde echter vooral een
hoogtepunt in reizigersontmoetingen. De broertjes Yetman mogen dan al
een jaartje ouder zijn, ze hebben het hart en de spirit van een stel
twintigers. David is botanicus aan de univ van Arizona en
gespecialiseerd in cactussen. Richard werkt als loodgieter maar is
eveneens geoloog. Ze leerden ons cactusvruchten proeven en initieerden
ons in de ontstaansgeschiedenis van de Andes en de canyons. Maar bovenal
zongen we samen als kleine kinderen, vertelden Spaanse grappen en werden
dooreengerammeld in de achterbak van de pick-up tijdens de off road
ritjes. De Yetman's of hoe leeftijd geen inpact heeft op het leven. Na
de hoogtepunten moet ik toch besluiten met een 'slapte'punt. Weg van de
gringo-trail liggen de hygiënische normen in de lokale keukentjes nog
iets meer Peruaans en dat heeft mijn buikje ondervonden. Over geuren en
kleuren in de kleinste kamertjes van de hostals gaan we niet uitwijden.
Laten we het erop houden dat ik 2 nachtjes kon plassen met mijn
achterste. Nu nog oefenen met die plasteut. Ondertussen is hier een
2-daagse staking uitgebroken (tegen de privatiseringen van Toledo en de
stijgende levensduurte) en krijg ik dus wat tijd om weer aan te dikken.
Hopelijk slagen we erin om de blokkades te doorbreken en naar de Colca
canyon te kunnen reizen.
Suerte ! Bart y Inge