Amigos !
Beetje bij beetje schoven we weg in de overwoekerende vegetatie. Het werd
broeierig. Onze t-shirts zogen zich vast op onze natte ruggen in de jeep die ons
naar Arajuno bracht. Dit indianendorp ligt op een kleine 4 uur reizen van Baños.
De verharde weg vanuit Puyo is nog maar een jaar geleden aangelegd, voorheen
moest worden ingevlogen. Pepe - zeg maar Crocodile Pepe - is onze gids en macho
pur sang inclusief crocodiel-tattoo op de biceps. Hij vertelt ons geheel in zijn
stijl dat de eerste missionarissen in de jaren '60 hier werden afgemaakt met
speren door de plaatselijke Huarani-indianenstam. Wij daarentegen krijgen een
lekkere lunch aangeboden. Vincente is onze andere gids, zachtaardig en
hulpvaardig, duidelijk onze chou-chou. Sara en Tom, twee sympathieke Leuvenaars
vergezellen ons. Doel van deze missie: kennismaken met een indianenfamilie in de
Amazone.
Na de rit ploeteren we met onze bagage door de modder waarin onze rubberen
laarzen zich gretig vastzuigen. We waden een rivier over en worden aan de
overkant verwelkomd door twee enthousiaste indiaantjes. Blootsvoets in een
broekje gestoken leiden ze ons tot bij hun huis. Papa en mama zijn blijkbaar
gaan wandelen en de rudimentaire paalwoning ligt er verlaten bij. Het is
eigenlijk een dubbele hut verbonden met een door mos begroeide en bijgevolg
aalgladde loopplank. In het eerste vertrek zien we links van de deur een houten
zandbak met een ijzeren rooster waaronder het brandhout ligt te smeulen. Erboven
hangen enkele hompen vlees te drogen in een uitgerookte net. Aan de rechterkant
staat een bank met zwartgeblakerde potten kriskras door elkaar. Aan de muur
hangt een roestig rekje waarop geëmailleerde borden en bekers staan te drogen.
De ruimte voor ons wordt ingenomen door een stevige, lange, houten tafel met
eén stoel en een bankje. De muur en vloer zijn opgetrokken uit palmboomschors,
rechtgetrokken en vastgenageld op stevige kepers. Het zadeldak is geweven uit
fijne palmboombladeren; ondoordringbaar en esthetisch mooi tegelijkertijd.
Resistent voor 10 jaar verzekert de papa ons later. De twee driehoeken boven de
zijmuren zijn open: een vrijgeleide voor frisse lucht, zonlicht en zoemend
junglegespuis. Op enkele planken in de nok liggen maïskolven te drogen. Het
andere vertrek is ingedeeld in 4 ruimtes. De slaapvertrekken waar iedereen op de
houten planken slaapt. Elk hebben ze een klein dekentje. In de hoek kwetteren
twee kortgewiekte parkieten onder een gevlochten muit.
Even later ontmoeten we de pater familias Carlos en zijn vrouwtje.
Kortgesneden kopje en een stevig, klein lijf. Over zijn ogen groeit een wazig
vlies, katarak vermoeden we. Zijn vrouwtje heeft iets meisjesachtigs. Is het die
onschuldige glimlach? Beiden lopen tegen de 50 aan en hebben 8 kinderen groot te
brengen. 's Avonds, bij het avondmaal, zitten ze samen rond die zandbak, het
gloeiende vuur tekent schaduwen op hun gezichten. Raul, de oudste zoon, woont
hier mee met zijn ega en Jessica, hun 1-jarige dochtertje dat in de hoek van de
kamer in een hangmatje ligt te slapen. Enkele dochters zijn al het huis uit.
Wylmer, een energiek van sprietjeshaar voorzien kereltje van een jaar of 8, is
mijn speelkameraadje. Zijn iets jongere broertje lijkt gestoord. Hij spreekt
geen enkel woord en kruipt als een kapucijnaapje op de bovenkeper van de hut
vanuit de ene hoek naar de andere, heen en weer. Ze bekijken ons met
nieuwsgierige ogen, duidelijk niet gewoon toeristen te ontvangen.`s Morgens loop
ik een eindje mee met Wylmer naar school. Op zijn blote voetjes glijdt hij door
de modder tot aan de rivier die hij als een acrobaat overhuppelt, springend van
steen tot steen. Tussendoor even een kattewasje en aan de overkant trekt hij
zijn schoentjes aan. We wuiven elkaar uit. Tien minuten later komt hij wenend
het huis binnen gemankt. Er zat een schorpioen in zijn schoen die in zijn teen
had gebeten. Hij schreeuwt het uit, mama probeert te troosten maar het enige wat
echt helpt is de vrijstelling van school vandaag. Zo kan hij bij die rare
toeristen blijven natuurlijk.
Onze gidsen koken voortreffelijk met het voorhanden zijnde voedsel: heel veel
fruit, maniok of yuka, gefrituurde bananen,...En de gastfamilie kan gelukkig
flink mee-eten. Dit is balanceren op de slappe koord van verantwoord socio- en
ecotoerisme. Wanneer storen we die familie? Is er voldoende betaald voor
slaapgelegenheid en voeding? Maken we hen afhankelijk of juist niet en biedt dit
hen kansen? Het blijft laveren tussen twee totaal verschillende werelden met hun
eigen gebruiken. Wanneer is dit verantwoord? Op de tweede dag wil Pepe nogal
assertief hun mooiste haan kopen en in de pot stoven. Wij weigeren categoriek,
zeer tegen de zin van onze Johnny (zo noemen we hem ondertussen). We weten niet
of de familie Grefa dit wel wil en of er dan genoeg wordt voor betaald.In het
schemerlicht van de dieselvlammetjes en enkele meegebrachte kaarsen halen we 's
avonds enkele oude chiro-spelletjes boven. De kinderen genieten volop, mama
lacht uitbundig mee. Het afscheid is welgemeend hartelijk, het lijkt erop dat
ons verblijf ook voor hen aangenaam was. Is dit de norm ?
Overdag trekken we hun uitgestrekte jungletuin in. We eten mandarijntjes met
citroensmaak, proeven toronja en guava-fruit en worden ingewijd in de medicinale
krachten van bepaalde planten. Vincente en Pepe hakken zich een weg doorheen het
toegegroeide primaire regenwoud met vlijmscherpe manchetes. We proberen de
jungle-gsm: niets meer dan geklop op een kolosale boomstam volgens afgesproken
codes. Termieten kruisen ons pad met een halve verpulverde appelsienenboom,
waterdruppels als kwik samengebald op een waterafstotende plant, bloedstelpende
bladeren, de yo-no-toca plant (don't touch me) krimpt ineen bij de minste
aanraking. We vinden de wortels van de ik-ben-de-naam-alweer-vergeten plant die
gebruikt wordt om te vissen. Ze bevatten immers een toxisch sapje die de vissen
versmacht wanneer dit in het water wordt gemengd: simpel niet? Een prachtige,
violetblauwe Morfu-vlinder treitert de fotograaf op zijn onvoorspelbare vlucht.
Rupsen en kevers kruipen rond, opvallend weinig muggen evenwel en een harige en
pijnlijk bijtende monkeyspider (apespin?) bezorgt ons kippenvel. En zo kunnen we
nog een tijdje doorgaan met de biologieles.
Het wandelingetje liep een beetje uit. Rond de middag terug na een
verkwikkende douche onder de waterval werd ons gezegd. De gidsen hadden de tocht
zelf nog nooit gedaan en vertrouwden blind op het tijdsgevoel van Carlos die
echter nog nooit een horloge rond zijn pols heeft gedragen. Na 9 uur stappen,
bukken en klauteren waarvan de laatste uurtjes als Duracell-konijntjes,
bereikten we terug onze slaapplaats... Een zalig zwempartijtje in de bruine
privé-poel van het gezinnetje deed ons herleven. De kindjes in hun blootje en
de zedige toeristen met hun zwembroekje plensten in het water. Een uit één
dikke boomstam gehouwen prauw maakte het speeluurtje compleet. De geluiden van
de jungle wiegden ons zonder moeite in slaap onder de muskietennet in hun
woonkamer.
De derde en laatste dag wandelden we terug en vertrokken te paard naar
Arajuno. We zien de regen over de tropen langzaam oprukken en krijgen
ruimschoots de tijd om onze poncho`s over man en paard te spreiden. Het giet
oude wijven.
De kano-tocht die gisteren gepland was zullen we nu afpaddelen. De brede
snelstromende, bruine rivier vertakt zich doorheen een tropisch groene vallei.
Het lijkt wel een Out of Africa- plaatje. De smalle, diepbruine prauw die aan de
oever ligt te dobberen vervolledigt dit enkel. Maar na de eerste bocht had ik
het al in het snotje. Veel te veel diepgang, de golven zijn nog niet eens fel en
we scheppen al water. Dit wordt zinken! Maar wat kan er ons overkomen? De rivier
is maar een meter diep en het is lekker warm hier. Ja dus, bij de volgende
stroomversnelling zonken we met man en muis. Inge kreeg de kantelende kano
pardoes op haar neus, zonder veel erg evenwel en met z'n allen konden we de
stroming trotseren tot aan de oever. Ook dit hadden onze gidsen duidelijk nog
nooit geprobeerd...
Het werd dus een onverwacht avontuurlijke trip waarin niets overeenstemde met
het beloofde scenario. We hebben echter wel het indianenleven in de jungle aan
den lijve ondervonden en daarvoor deden we het. Samen met Sara en Tom beleefden
we dus een unieke en boeiende 3-daagse. En dan was er nog die oude jongensdroom
van mij die in vervulling ging. Vincente zocht hem voor ons uit: een stevige
liaan van een vuist dik waarin we konden klimmen en echt mee slingeren.
Waarschijnlijk een hilarisch zicht: Tarzan met rubberbotten zonder tanga maar
Sara had gelijk. Tarzan met rubberbotten én tanga is nog hilarischer.
Gegroet.
Inge y Bart