Ola diablos rojos,
Sinds enkele dagen zijn we terug op aarde beland na een weekje paradijs.
Schrijven over onze 8-daagse trip op de Galapagos eilanden bezorgt me bijna een
writersblock. En misschien moet ik jullie wel gewoon een wit blad of beter
blanco scherm toeschuiven. Superlatieven schieten tekort, Van Dale mag voor mijn
part een speciale katern Galapagos-woordenschat drukken. Toch een bij voorbaat
mislukte poging om dit snoepreisje te beschrijven: ons vakantieweekje in dit
vakantiejaar.
Wat zijn ze nu en wat maakt de Galapagos zo uniek? De archipel bestaat uit
een tiental grote en kleinere vulkaaneilanden. Ongeveer 4.5 miljoen jaar geleden
ontstaan door erupties in de Atlantische oceaan. Ongeveer 1/3 van de vulkanen
steekt boven het zeeniveau. Ze werden bij toeval ontdekt door een Panamese
bisschop in 1535 toen zijn zeilschip op drift en uit koers geraakte. Hij schreef
de Spaanse koning Karel V een brief en maakte melding van de reuzenschildpadden
die hij er aantrof. Hun schild vergeleek hij met een paardenzadel of 'galapago'
in oud Spaans. Vandaar dus de naam. De eilanden zijn enig omdat ze een goeie
1000 km van het vaste land liggen. Ten westen van Ecuador, rond de evenaar om
precies te zijn. Daardoor leven er hier enkel dieren en planten die de
oceaanoversteek konden maken. Toen Charles Darwin hier in 1835 gedurende 5 weken
verbleef, werden zijn waarnemingen de katalysator van zijn evolutietheorie. Hij
noemde de Galapagos het laboratorium van de evolutie. Door hun eeuwenlange
afzondering ontwikkelden fauna en flora immers eigen kenmerken waardoor ze beter
konden overleven, kenmerken die hun voorouders op het vaste land niet hebben.
Enkele voorbeeldjes: de befaamde Darwin finches, ordinaire mussen, stammen allen
af van dezelfde moedermus, toch zijn er 13 soorten die een verschillende bek,
grootte of kleur hebben volgens het biotoop waarin ze leven: cactussen, bomen,
op de grond, enz. Plantensoorten die enkel op de Galapagos voorkomen hebben
uitsluitend witte of gele bloemen. Er zijn hier immers geen bestuivers zoals
bijen of vlinders waarvoor de bloemen aantrekkelijk en dus felgekleurd moeten
zijn. De voortplanting gebeurt door de nachtvlinders en motten. Zo zagen we hier
witte Lantanabloemen terwijl ze in heel Z-Amerika fushia en dieppaars kleuren.
Dit maakt de eilandengroep met zijn bewoners uniek, werelduniek. En het zijn die
verhaaltjes achter elke plant, elke vogel of reptiel waar we op kicken. Ik
verslond het boek 'wildlife of Galapagos' en hing aan de lippen van Roberto,
onze gids. Maar wat de toeristen, en ook wij, het meest verblijdt is de
adaptatie van alle beesten aan de mens. Ze zijn zo gewoon aan de verwonderde
blikken en fotolenzen dat ze niet meer mensenschuw zijn. Alle dieren, ook
vogeltjes en hagedissen, blijven gewoon poseren op een halve meter van je
fototoestel. De meest schele en ongeduldige slungel kan hier filmrolletjes vol
klikken met foto's die stuk voor stuk kunnen meedingen voor de Worldpressphoto
of the Year.
De harmonie tussen de dieren en hun omgeving is fascinerend. Ieder eiland is
anders. Nu eens rood, koraalwit, olijfgroen of een zwart strand. De zwarte
basaltsteen in pahoehoe-stijl lijkt op een overgekookte pot fondantpudding.
Bruin asgesteente vormt dan weer kratertjes. Andere eilanden hebben
struikbegroeiing of mangroves waarin we paddelen op zoek naar zeeschildpadden.
We vinden zoutmeertjes met flamingo's of Opuntiacactussen van 6 m hoog die een
dikke, harde stam hebben. Op ieder eiland leven er andere dieren, dit verveelt
nooit. De Sally-lightfoot krab (genoemd naar de vrouw van een visser die hierin
zijn dansende echtgenote Sally zag ?!?) kleurt oranje-rood en heeft gele
uiteinden aan pootjes en scharen. Haar gezicht is lichtblauw met grote, paarse
bologen. Ons Heere moet hier gemorst hebben met de kleurpotjes op de 6de dag. De
marine iguana's lijken voorhistorische draken uit Jurassic Park. Met hun rij
stekels op de rug, fijne lange vingers met puntige nagels en hun schubachtige
camouflage-vel zou je zo verwachten dat ze vuur gaan spuwen i.p.v zout. Die
mega-schildpadden lijken dan weer oliedom maar ze hebben iets onschuldigs
waardoor je het gegarandeerd voor hen opneemt. Inges favorieten zijn duidelijk
de zeehondjes. Terwijl de mama's op het strand liggen te zonnebaden spelen hun
kleintjes dartel in de branding. Ze komen aan ons rieken en bijten in het
koordje van onze fotocamera. Ze vertederen met hun grote aaibaarheidsfactor, we
moeten ons inhouden om ze niet te strelen. Ik ben weg van de blauwpotige Booby.
Een grote zeevogel met witte buik, bruin verenkleed, spichtige ogen en een
stevige, rechte bek maar vooral twee heel opvallende babyblauwe zwemvliespoten.
De mannetjes proberen een wijfje het hof te maken door met die veel te grote
poten te waggelen ondertussen heftig molenwiekend met hun opengespreide
vleugels. Hij fluit als een bouwvakker naar haar, zij knort instemmend terug.
Een prachtig en grappig schouwspel op een metertje van ons. (in het Spaans heten
ze trouwens bobo's wat clown betekent)
Tussen de eilandbezoekjes door kunnen we snorkelen. In azuurblauw of turkoise
helder water regelrecht uit de tropische reisfoldertjes gepikt. Het gewichtloze
zweven van een diepzeeduik is het enige verschil met deze snorkelbeurten.
Zeesterren, trompetvis, zebra- en papegaaivis, pijlstaartroggen,... in grote
getale maar de Galapagos pinguïn, de zeeschildpad en de zeehondjes stelen de
show. Vooral die laatste zijn echte speelvogels. Een spannend moment toch
wanneer een bootje vol duikers aan dek een Galapagos haai signaleert. Vlug die
vinnen aan en masker op. Waauw! Een haai van 3 a 4 meter zwemt onder onze boot.
De kleine visjes spetteren weg en ook wij zijn er niet gerust in. We hangen met
z'n allen rond de catamaran. Djeezes, wat een beest op enkele luttele metertjes
onder onze voeten. Ze mogen dan nog nooit een toerist hebben aangevallen, ze
lijken levensgevaarlijk.
Wij voerden op een catamaran van eiland naar eiland, luilekker liggend op het
dek met een licht briesje en die goede gidsen-boek. De zon bakt de hele dag ons
velletje bruin. 's Morgens worden we wakker wanneer de zon de zee in brand
steekt en tuimelen de dolfijnen rond ons vaartuig of drogen pelikanen hun veren
op onze panga (=zodiac) die achteraan de catamaran bengelt. 's Nachts staat een
briljante sterrenhemel en ook in het zeewater fonkelt het fluorescerend plankton
als de melkweg. Een nachtmeeuw, die zich specialiseerde om 's nachts te vissen,
vliegt met ons mee. Kortom, dit is een sprookjesreis voor natuurvrienden. Mocht
je nog geen reisbestemming hebben dit jaar (het begint te dringen!) en je hebt
nog wat centjes in die verzuurde kous zitten; niet twijfelen: ga naar de
Galapagos! Ok, de 8-daagse trip kost decadent veel geld, zo'n 1100 USD per
persoon (incl. vliegtickets) als je het low-budget doet zoals wij op een
catamaran van 10 personen. Het kan ook met een eeuwenoude zeilboot, moderne
yacht of oceaanschoener van 90 passagiers. Er worden hier dan ook maar 50 a
60000 bezoekers per jaar toegelaten en er zijn heel strenge regels omtrent
natuurbeleving, m.a.w. de Ecuadoriaanse staat wil dit ongerepte stukje natuur
ongerept houden. Daar kunnen we alleen maar blij om zijn, samen met o.a. die 150
jaar oude reuzenschildpadden. De Galapagos zijn eigenlijk onbetaalbaar, een once
in a lifetime ervaring. Ik moet jullie niet meer vertellen zeker dat we een
nieuwe nummer 1 hebben in onze Zuid-Amerikaanse hitparade?
Baile !
Inge y Bart