¡Ola!
Ik las ooit een interview met een Duitse schrijver van reisverhalen
die van mening was dat je een land of streek moet bereizen in een
jaargetijde waarin het klimaat zijn uiterste bereikt. Moskou in putje
winter, om de wellust van de brandende wodka te begrijpen bv. Onder
barre omstandigheden is het leven immers een dimensie rijker. We trokken
door N.P. Torres del Paine in de zachtste zomermaanden, kregen 4
seizoenen over ons dak en voelen nu al de mystieke ontoegankelijkheid
van het desolate Patagonië. Niet zozeer de wandeltochten op zich maken
Torres del Paine zo uniek. Het is vooral het onvoorspelbare weer die de
trekking aanzien geeft. Je hebt inderdaad 4 seizoenen op een dag. 's
Morgens word je wakker van het getingel op de tent: regen. Na de
havermoutpap twijfel je tussen fleecetrui of jas. Enkele minuten later
loop je al in t-shirt tot een kille wind je terug in je fleece dwingt.
Fijne stuifregen doet naar je jas grijpen. De wind blaast je kleren op
een halfuurtje weer droog en 's avonds moet je schuilen voor de
hagelstenen. In de Valle del Frances dwarrelde sneeuw uit de
potloodgrijze hemel en in de aanloop naar de Torres werden we allebei
letterlijk omver geblazen door die krachtige westenwind die samen met
het opzwiepende stof ons gezicht zandstraalde. De volgende morgen was
hemelsblauw en zonovergoten. El tiempo Patagonia is wispelturiger dan de
nukkigheden van een Kuurnse ezel.We stapten 8 dagen door het N.P. , het
volledige circuit, zo'n 170 km. Het oogt Alpijns, hoewel we nooit boven
de 1500 m klommen. Enkele Andes-trekjes geven het gebied echter zijn
grandeur. De gletsjermeren met regenboog komen zo uit een
overgeromantiseerde B-film met zeepsmoelacteurs. Die kleur van dat
ijswater: ik weet niet hoe je dit noemt. Er zit een soort troebel
melkachtig wit in en verder een scheutje groen en blauw. Naargelang de
lichtinval kleurt het turquoise, smaragdgroen of muisgrijs. Bateig blue
of verde heet zoiets in de tegelbranche weet Inge. De indianen noemden
het Payne, wat een soort blauw zou zijn, en vandaar ook de naam Torres
del Paine. Het hoogtepunt van onze trekking was de Grey Glaciar. Hijgend
op het laatste steile stuk van de pas, keken we reikhalzend uit naar de
zich langzaam blootgevende vallei aan de overkant. Onder ons, van links
naar rechts, over een volledig gezichtsveld, 3 foto's lang: een
wit-blauwe ijsrivier vol scheuren en spleten.Daarachter een wazig
wolkengordijn met besneeuwde toppen. Merci seigneur ! De volgende dag
liepen we een volledige etappe parallel met de afkalvende gletsjer het
meer tegemoet. De torres, de 3 granieten torens van ca. 2800 m die als 3
vingers uit het kleine meertje rijzen, vormden een waardige afsluiter
van onze trekking.En natuurlijk is zo'n omgeving het zout op de patatten
van iedere wandelaar maar iedereen die al eens met rugzak de natuur
introk zal ons gelijk geven dat het nog meer om dat 'trekkinggevoel'
gaat. Met je huis op je rug dwars door berg en dal stappen, ver weg van
alles en iedereen, brengt je naar oases van rust. Het ritmische tempo
van je voetstappen doen je gedachten verdwalen. Een zwevende condor hoog
aan de hemel of een vlinder trekken je terug in het landschap. Je armen
en gezicht blinken van het zweet in de zon, nergens smaakt gewoon water
beter en in de late middag tintelen je benen van de inspanning wanneer
je na het opslaan van je tentje jezelf even rust gunt. Het ijskoude
bergbeekje speelt eventjes voor zitbad, de zon voor handdoek. Daarna
volgt de ceremonie van het koken. Als een ritueel worden
benzinebrandertje en kookpotjes klaargezet. Het geschikte plekje
uitgezocht. Uit de wind, met een handig zitje in de nabijheid in de vorm
van een boomstronk of platte steen. Het eten, meestal pakjessoep en
pastas om gewicht en brandstof uit te sparen, smaakt als een
gastronomische delicatesse. Honger is nog altijd de beste saus. In verse
kledij drinken we thee. Is er nog een stukje chocolade? De kaart wordt
erbij gehaald, het hoogtepunt van de ceremonie. De route wordt
bekeken.Markante punten krijgen nu een beeld. Het fijne touwtje aan mijn
zakmes meet de centimeters die omgezet worden in km. De route van morgen
wordt gememoriseerd, hoogtelijnen geteld en de dagindeling gemaakt. Dan
gaan we met de kippen op stok want eenmaal de zon onder, drijft de kilte
ons in de warme slaapzak. Het leesboek valt al vlug uit mijn handen. Na
de in- en ontspanning van Torres del Paine maakte de commerce in Puerto
Natales ons duidelijk dat het Valentijn was. Oeps, bijna vergeten. Die
fles Chileense Santa Emiliana smaakte nog lekkerder. Daarna volgden een
aantal dagen van reizen en regelen. De bus naar Punta Arenas, het
vliegtuig naar Santiago. In de bank en in het postkantoor werd onze
Westerse ongeduldigheid nog eens getest en het zit blijkbaar diep
ingebakken. Pablo Neruda's huis, La Chascona, was een eiland van
creativiteit en estetisch genot tussen de zee van info en geregel in de
hoofdstad. Dan volgde een 24 uur durende busrit naar San Pedro de
Atacama langs de Pan American Highway. Meteen zijn we 1570 km
Noordelijker beland en in een totaal andere wereld: de Atacama woestijn
waarvan onze gids vertelt dat dit de droogste plek op de wereld is. Het
zijn meteen onze laatste dagen in Chili maar nu hebben we al de indruk
in Bolivië te zijn. Het stadje kreunt onder een loden zon, vanmorgen om
10 u was het 37 gr. We leven nu op een hoogte van 2400 m en in het
Westen zien we de Altiplano liggen. Hier geen luxe meer, huizen uit
gedroogde aarde, kaarslicht na zonsondergang (geen electriciteit) en
overal vreten we stof. Maar het doet goed om terug een dimensie verder
te gaan.
Tot onder de Boliviaanse zon, amigos !
Inge & Bart